PASEN IN BUENOS AIRES (21042003)
Het lijkt hoog zomer maar het is feitelijk
herfst hier in Buenos Aires. En hoewel Argentinië
tot in haar vezels een katholiek land is
kennen ze het verschijnsel van een tweede
paasdag hier niet. Het is gewoon werken
geblazen. Dat wil zeggen als je werk hebt,
want anders is het dagelijks demonstreren
geblazen. De economische crisis hakt er
flink in, en zoals overal elders in de wereld,
zijn het de sloebers die de hardste klappen
krijgen. De stad gonst van de luidruchtige
protesten. Onder begeleiding van neutraal
kijkende mobiele eenheden en onder dreigend
tromgeroffel en vuurwerk, trekken groepen
demonstranten door dure winkelstraten en
langs vakkundig dichtgebarricadeerde bankgebouwen.
Het meest in het oog springende aan die
demonstranten is hun gemiddelde hoge leeftijd.
Verbeten gelaatsuitdrukkingen vertellen
hun werkelijkheid. Zij hebben verloren wat
met hard werken is opgebouwd. De slordig
geplakte verkiezingsposters beloven, zoals
overal elders in de wereld een betere toekomst.
De bejaarde demonstranten plakken over die
loze beloften hun emotionele aanklachten.
Ik ken geen woord Spaans, maar hun boodschap
lijkt me duidelijk. ik kijk zwijgend en
met lichte emotie toe. Even snel wat digitale
foto´s gemaakt en dan slenter ik door.
´Als je die Zorreguieta tegenkom
doe hem dan de groeten´ vraagt John
bij mijn vertrek. Gevoel voor humor heeft
mijn broer wel. Ik beloof het hem, natuurlijk.
Een paar dagen later wordt er gevochten
in de straten van Buenos Aires. Die Zorro
en aanverwanten laten zich in geen velden
en wegen zien. Het is voor dergelijke figuren
levensgevaarlijk is zich op straat te vertonen,
nu het gepiepelde gepeupel zich zo luidruchtig
laat horen. Op de achtergrond galmt retoriek
van de verkiezingscampagnes voor het presidentschap.
De kandidaten, die alle een verleden hebben
in de Argentijnse politiek, beroepen zich
op democratische principes, maar mijden
intussen elk debat met hun opponenten. Met
zorg geregisseerde massameetings in voetbalstadions
zijn het platform waarop de visie van de
kandidaat het land wordt ingeschreeuwd.
Zonder kritische vragen zijn microfoons
open gezet en draaien televisiecamera´s
het beeld dat de kandidaat zich wenst. Met
verbazing aanschouw ik deze stad, maar ook
mezelf.
Ik ben niet op mijn best nu ik alleen en
vol twijfel door deze straten slenter. Het
is niet mijn bedoeling iets negatiefs te
zeggen over mijn gastheer en zijn vrouw.
Menig toerist zou terecht jaloers zijn op
de luxe en gastvrijheid die mij gegeven
is. Maar ik ben er niet echt bij met mijn
hoofd. Ik denk aan thuis en aan een onverwacht
emotionele ontmoeting met iemand die mij
het meest dierbaar is. Vier maanden eerder
liepen wij ook door deze stad, als toetje
op een reis door Patagonië. Nu ik weer
hier ben overvalt me een verdrietig stemmende
leegheid. Ik denk aan niets anders en zou
wel over die oceaan willen schreeuwen dat
ik van haar hou. Het voelt verkeerd hier
terug te zijn zonder haar. De aanblik van
plekken die we samen bezochten doet pijn
en ik vecht tegen huilbuien. Mijn energie
glipt me door de vingers. Ik slenter door
en overleef de dagen die nog resten.
Soms lukt het me het sleuteltje eventjes
om te draaien en bezoek ik het indrukwekkende
Teatro de Colon, vergaap me aan de versleten
pracht van het Teatro de Cervantes en laat
me in een gratis concert meevoeren met de
emotie van Argentijnse muziek. Mijn gastheer
veert verheugd op als het orkest de eerste
tonen hoorbaar maakt van zijn favoriete
Piazzolla compositie en de ´cantor´
vol gespeelde overtuiging ´Por una
Cabeza´ voor hem zingt. Het klinkt
daar in dat oude theater allemaal wat rommelig
en het orkest produceert onnodige bijgeluiden
die de aandacht afleiden. Maar het gemiddeld
grijze publiek heeft er een staande ovatie
voor over. Het gaat hier nooit om de perfectie,
het is de passie die Argentijnse muziek
maakt tot wat zij is. De volgende ochtend
stap ik monter op de boot naar Uruguay.
Een pruttelend tweetaktje geeft het golfkarretje
dat ik heb gehuurd en luidruchtig slakkengangetje.
Naast me zit een verrassing uit België
Ze was van plan een fiets te huren maar
ging vlot in op mijn aanbod zonder bijbedoelingen
om samen Colonia del Sacramento te ontdekken.
Honderduit pratend tuffen we beide voor
het eerst over hobbelige Uruguayaanse straatjes.
Ze spreekt met een prettig klinkend Vlaams
accent en ik leer in korte tijd dat ze Caroline
heet, een broer heeft en een managementfunctie
bij verzekeringsgrootheid AXA. We drinken,
lunchen en fotograferen vergezichten, pittoreske
huisjes en strategische geplaatste palmbomen.
We draaien rondjes over de Plaza deTorros.
Slechts 2 jaar na oplevering van de arena
werd het ongelijke gevecht tussen mensen
en stieren bij wet verboden. Sindsdien is
het bouwwerk ten prooi gevallen aan natuurlijk
verval. Wegens instortingsgevaar is het
voor publiek gesloten. Ook de volgende dag
stappen we op de boot. Deze keer is Montevideo
het doel. Ik ben er niet volledig bij als
Caroline enthousiast en met grappige stemverbuigingen
haar verhaal verteld. Als zij het niet ziet,
kijk ik naar haar en bewonder haar oprechte
openheid. Mondjesmaat geeft ik haar een
doorkijkje in de puinhopen van mijn gedachten
en geschiedenis. Ik luister begrijpend,
maar mijn gedachten zijn te vaak bij thuis
om alle details te kunnen oppakken. Als
ik de batterijen van mijn camera verwissel
weigert hij verder elke dienst. Ik moet
het doen met de eerdere beelden die ik geschoten
heb en verder rest de herinnering. Ik bid
God dat het geen voorspellende metafoor
is.
Terug in Buenos Aires val ik voor een zoveelste
keer het eerste de beste internetcafé
binnen. Nog steeds geen reactie op mijn
eerdere emails. Ik probeer mezelf te overtuigen
dat het niets te betekenen heeft. Misschien
heeft ze nog geen tijd gehad haar mail te
lezen? Misschien is ze haar wachtwoord kwijt?
Misschien wacht ze gewoon dat ik terug ben
en belt ze me op? Weer is daar die verterende
twijfel. Wat mij hier nog rest in Buenos
Aires is een Tango-avond met diner en het
schrijven van een gastcolumn voor de website
van mijn gastheer. Ik heb geen idee waar
die over zou moeten gaan.
Chris.
|