KUNST & VUURWERK (28022015)

“PROA” heet de expositieruimte in La Boca, het stadsdeel van Buenos Aires dat vooral een eenvoudige arbeiderswijk is waar de bewoners meer bezig zijn met voetbal en overleven dan met de hedendaagse kunst die daar voornamelijk wordt geëxposeerd. Het ligt vrijwel naast de toeristische trekpleister Caminito, het straatje dat ooit door tangolegende Carlos Gardel werd bezongen. Tot voor een paar jaar was het een rommelig traditioneel huis met kleine, eigenlijk te kleine, ruimtes met vanaf een minuscuul dakterrasje een fraai uitzicht over de voormalige haven en de beroemde brug. En toen sloeg de sponsoring en de modernisering toe. Een deel van de voorgevel werd vervangen door een uit de toon vallende glazen pui, de tussenmuren van de kleine ruimtes werden gesloopt om er “zalen” van te maken en een grote museumwinkel te creëren, het tot dan toe ongebruikte dak werd getransformeerd tot een grand-café met een fors terras. Het leek wel of het uitzicht over de haven belangrijker was geworden dan wat er binnen werd getoond. Een greep uit de grote namen die kwamen en gingen: Joseph Beuys, Sebastião Salgado, Sol Lewitt, Marcel Duchamp en Louise Bourgeois. En de verhoudingen waren zoek: winkel en café besloegen samen minstens zoveel vierkante meters als die beschikbaar waren voor de kunst waar het hier uiteindelijk toch om gaat. Er was zelfs een “by-pass” aangelegd waardoor je de tentoonstellingen kunt vermijden om aangenaam en ontspannen te gaan lunchen op dakterras. Nee, dan toch maar liever het qua uiterlijk en collectie veel minder pretentieuze Museo Benito Quinquela Martín dat schuin tegenover PROA aan dezelfde haven ligt en heel wat beter in de kleurrijke wijk past. De atelierwoning van Quinquela Martín hangt vol met schilderijen die de havenactiviteit van weleer en het leven er omheen tonen, in een lager gelegen zaal zijn boegbeelden te zien die de houten bootjes sierden waarmee voorheen op de Río de la Plata werd gevist.

Cia Guo-Qiang is de Chinese kunstenaar die er in slaagt Buenos Aires tot stilstand te brengen met zijn project “Tango Fireworks”. Chaos, totale chaos. Ik heb een bloedhekel aan mensenmassa's en wist zeker dat het gratis tangovuurwerk in la Boca veel meer publiek zou trekken dan de kades en straten tussen de gebouwen en het water kunnen bevatten. Mijn geliefde wilde er per se naar toe, ik zag het echt niet zitten. Goede vrienden brachten uitkomst, ze kon met hen mee. Op straat is te zien – mijn appartement ligt aan een van de routes naar de oude havenwijk – en de televisie toont dat het verkeer uren voor het evenement totaal in de knoop zit. De afhalers zijn daardoor aan de late kant en na een half uur word ik opgebeld met de mededeling dat er geen doorkomen aan is en ze een glas komen drinken. Het verbaasde me niets, hoewel “Chinos”, zoals mensen van Aziatische afkomst hier worden genoemd, eigenlijk nooit een opstopping veroorzaken. In Buenos Aires gaan wij dan ook niet naar de Chinees om te eten, maar om boodschappen te doen. Bij één van de duizenden buurtsupermarktjes die zij in de stad bezitten. Cia Guo-Qiang schijnt echter vooral bekend schijnt te zijn door zijn vuurwerkontwerpen voor met name de openings- en slotceremonie van de Olympische Spelen in Beijing. De kunstenaar arriveert met lege handen in Argentinië, maakt in Buenos Aires kennis met de tango en gaat op reis door het noorden van het land. Daar maakt hij foto's en schetsjes van de watervallen van Iguazú, de grote Cordón-cactussen en de pittoreske dorpsbegraafplaatsjes. Cia lijkt een doodgewone toerist, doch is bezig inspiratie op te doen voor een expositie bij PROA die “Impromptu” is gedoopt. Geïmproviseerd of spontaan, een vlag die de lading prima dekt.

Terug in Buenos Aires ontwerpt hij een op tangomuziek en dans geïnspireerd vuurwerk en begint aan de hand van zijn foto's in een grote loods de tentoon te stellen werken te maken. Cia's werkwijze is alles behalve orthodox: op de vloer wordt stevig en goed geprepareerd papier uitgerold – 300x1200cm geen lullig formaat – en met tape vastgezet. Academiestudenten plakken vellen wit karton aan elkaar en dekken daarmee het papier af, de kunstenaar begint aan “La ciudad del sueño eterno – De stad van de eeuwige rust”. Met een foto van de begraafplaats in de ene hand en in de andere een aan een lange steel bevestigde smalle borstel, loopt hij al lijnen zettend over het karton, een assistente houdt tezelfdertijd een laptop met op het scherm dezelfde foto omhoog. 't Is net een schaduwdans. Hij maakt een ruwe schets op het karton waarna er met een stanleymes stukken worden uitgesneden, zo ontstaat een sjabloon waarvan sommige delen zwart worden ingevuld. Als een zaaier strooit Cia er nonchalant kruit overheen met in zijn hoofd wat er op het papier moet komen. Het geheel wordt tenslotte afgedekt met een laag dikker karton verzwaard met bakstenen én er is een lont in aangebracht. Cia ontsteek het verborgen vuurwerk, het kruit ontploft, het karton bolt, de studenten deppen beginnende brandjes met natte doeken, karton en sjabloon worden verwijderd, het verrassend figuratieve werk is klaar! “Dibujos de pólvora – Vuurwerktekeningen” heten deze mystiek uitstralende kunstwerken, die een bijzonder nieuw hoofdstuk toevoegen aan de oude Chinese vuurwerktraditie.