CHILEENSE COLLAGES – 29 (20072012)

Zondag, 8 april 2012 – Tacna – Arica In Tacna vallen me op de terugweg pas de met reclame beschilderde muren langs de weg op. Veel goedkoper dan billboards of andere meer geavanceerde reclame uitingen aan de openbare weg, doch heel normaal in meerdere ontwikkelingslanden waar ik de afgelopen jaren woonde of werkte. Het is stukken drukker aan de grens, waar Chilenen en Peruanen broederlijk dezelfde gebouwen delen. Wij lopen aan de hand van de chauffeur, die de verplicht schijnt te zijn om samen met de passagierslijst en zijn passagiers aan de loketten te verschijnen. Geduldig wachten tot we aan de beurt zijn, paspoort controleren en stempelen in Peru, paspoort controleren en stempelen in Chili, bagage door de scanner in Chili, zo nodig visitatie. Terwijl we aan beide kanten van de grens in de rij staan, kunnen we de controle van de auto’s volgen. Opvallend is dat vrijwel iedere terugkerende Chileense auto een flinke hoeveelheid toiletpapier in de kofferbak heeft, een eerste levensbehoefte die volgens onze gids Jaime aan de andere kant van de grens stukken goedkoper is. Chilenen die hun billen op een koopje wensen af te vegen met Peruaans wc-papier, zo leren we iedere dag wat bij. Na de grens scheuren we door naar Arica, dat aan de buitenkant wel wat van een kibbutz in de Sinaï woestijn heeft: rijen lage flatgebouwen midden in het zand. Na de terminal rijdt Jaime ons naar het aan zee gelegen – hoe komen ze erop? - Hotel Arica. Nee, na de stevige Peruaanse lunch gaan we vanavond niet met hem dineren, we zijn weer eens op dieet. Wij kiezen voor de zonsondergang en een paar biertjes op het hotelterras dat op de grens van een grote tegenstelling ligt: aan de landkant een enorme droge woestijn, aan de zeekant de enorme plas water die de Grote of Stille Oceaan heet.

Maandag, 9 april 2012 – Arica - Putre. De nieuwe week begint met een korte wandeling door het centrum van Arica. Nu we een persoonlijke begeleider hebben, zien we wat hij ons wil laten zien en komen wij te weten wat hij bereid is ons te vertellen, iets dat tot en met vrijdag het geval zal zijn. Terwijl we wachten bij de ingang van het hotel ontdekken we in de rotsen het goed gecamoufleerde naar zee gerichte geschut. De vrede aan het eind van de Salpeteroorlog werd bijna 130 jaar geleden gesloten, de spanning over en weer bestaat echter nog steeds. Bolivia wil een corridor naar de oceaan, met de Peruanen is het bekvechten over de visserijrechten voor de kust in volle gang. Het stadje heeft een aantal verrassingen in petto die te maken hebben met niemand minder dan Gustave Eiffel die, zo ontdek ik achteraf, eveneens zijn sporen heeft achtergelaten in Tacna. Zo is hij daar onder andere betrokken geweest bij de bouw of het ontwerp van de kathedraal die we gisteren bezochten en het marktgebouw. In Arica bekijken we de kerk van San Marcos de Arica, die als bouwpakket vanuit Frankrijk werd ingevoerd. Echt Eiffel. Staal, staal en nog eens staal, balken en platen, vooral een overdaad aan klinknagels om de boel bijeen te houden en aardige details zowel binnen als buiten. Het doet me denken aan de overdekte voormalige textielmarkt Carreau du Temple in de Parijse Marais en de Mercado de São José in het Braziliaanse Recife. Alle drie mooie voorbeelden van de “gietijzerarchitectuur” uit de tweede helft van de 19e eeuw. Veel minder staal is er verwerkt in het eveneens als bouwpakket vanuit Frankrijk verzonden gebouw van de Aduana, de Peruaanse douane, waarin de Chilenen hun “Casa de la Cultura” hebben ingericht. Het is een klein sober ingericht, doch verrassend museum én het is uiteraard gesloten. Dat hadden we natuurlijk kunnen weten, want op maandag zijn de musea vrijwel overal ter wereld toch gesloten?

De voordeur staat open, er wordt schoongemaakt. Waar we in het vaderland met een streng “we zijn vandaag gesloten” zouden zijn weggestuurd, mogen we na wat heen en weer gepraat in Arica best even rondkijken. Het is geen groot gebouw, de collectie bestaat hoofdzakelijk uit foto’s van vroeger. Het interessante zit in de kleinigheden, zoals een tekening van het gebouw, een “artist’s impression” afkomstig van Eiffel’s bedrijf waarop een kleine Gustave Eiffel staat getekend om de proporties aan te geven. Mijn reisgenoot, een zeer ervaren papierrestaurateur, diagnosteert in een enkele oogopslag de lamentabele staat ervan, voelt zichtbaar zijn handen jeuken en biedt zijn expertise aan. De dame die ons heeft binnengelaten is enigszins verbaasd dat zoiets zou kunnen, maar heeft geen twijfel over de historische waarde van de tekening. “Ik zal het met mijn chef bespreken”, zegt ze toe nadat mijn reisgenoot haar zijn kaartje heeft gegeven. Voor de Aduana staat een oude stoomlocomotief van de spoorweg die Arica tot 2005 bijna 100 jaar met de Boliviaanse hoofdstad La Paz verbond. In dat jaar spoelde overdadige regenval de spoorlijn weg en ging de spoorwegmaatschappij failliet. Als alles goed gaat, zal het onderhoud aan de lijn later dit jaar gereed zijn en de verbinding worden hersteld. Wij laten de loc voor wat die is en steken de straat over naar de vismarkt. Kleurige boten en bootjes in de haven, grote vissen van een onbekend merk worden met haken door de bek aan een hekwerk op de kade gehangen. Een groep lelijk ogende pelikanen observeert alles scherp, wetend dat hier wat te halen valt. Na onze ogen te hebben gevoed, is het tijd om de woestijn in te trekken.

wordt vervolgd