CHILEENSE COLLAGES – 6 (13042012)

Zaterdag, 24 maart 2012 – Puerto Natales. Onze heerlijk luxueuze plaggenhut heet Hotel Altiplánico. Het complex bestaat uit een betonnen structuur waarvan de buitenmuren zijn bekleed met turfplaggen en de daken met een grasveld. De receptioniste laat weten dat het hotel “harmonie met de natuur” nastreeft, ik vind het gewoon een slim commercieel concept. Bovendien isoleert die turf uitstekend tegen de winterse kou en valt het hotel door die natuurlijke materialen nauwelijks op in het landschap, zeker niet als het schemert of in het ochtendlicht. In het interieur is veel hout, maar vooral en erg smaakvol veel beton toegepast, dat is afgewerkt met glad afgestreken cement in de kleuren van vulkaanzand. Zelfs de beddenbodems zijn van beton. “Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch”, gaat er door mij heen, hoewel dit op geen enkele manier met de inhoud van het boek heeft te maken. Aardige decoraties in de halfrond lopende lange gangen, alkoofjes met keramieken maskers als referentie aan de oorspronkelijke bewoners van dit gebied. Wel sjiek dat arriverende gasten ter verfrissing kaneelwater krijgen aangeboden, dat bovendien lekker smaakt. Aan het eind van het avondmaal stort de mooie droom echter ineen nadat we koffie hebben besteld en die wordt opgediend in de vorm van een kopje warm water met een sachet Nescafé. En dat terwijl er een prachtige koffiemachine staat. Nee, dit soort lullige koffie kan echt niet in deze omgeving.

Zondag, 25 maart 2012 – Puerto Natales – Fjorden – Gletsjers – Río Serrano. Onze dag begint al bijna een week met de mededeling “Als de weersomstandigheden het toelaten, ziet ons programma er vandaag als volgt uit....”. Zo ook nu weer nadat de tros van de boot, die verdacht veel weg heeft van zo’n platte Amsterdamse rondvaartboot, nog maar net is losgegooid. Over het water van het Lago Última Esperanza – het Laatste Hoopmeer – via de enige fjorden ter wereld buiten Noorwegen, langs door aalscholvers bewoonde rotsen, zeeleeuwenholen laag in de rotswand en condornesten tegen de toppen van de recht uit het water oprijzende rotswanden, naar de hangende gletsjers. Na het meer volgt de Última Esperanzafjord, zo genoemd door de Spanjaard Juan Ladrillo die vanaf de Stille Oceaan op zoek was naar de Straat Magellaan en in deze wateren bijna de hoop opgaf die te zullen vinden. Onderweg leren we het verschil tussen fjorden en kanalen – fjorden zijn doodlopende waterwegen, kanalen zijn doorgaande waterwegen met een ingang én een uitgang – en hangende en vaste gletsjers. Vaste gletsjers vormen onderdeel van een eeuwenoud ijsveld, zijn breed en lang, hangende gletsjers niet. In de verte zien we alle pieken van de Torres del Paine, maar varen verder via de Balmacedagletsjer naar de Serranogletsjer waar we aan land mogen. Een mooie wandeling door een beschermd natuurgebied en het op afstand bekijken van de voet van een gletsjer, een herhaling van zetten. In tegenstelling tot de andere passagiers stappen wij over op een Zodiac om door te reizen naar onze eindbestemming voor vandaag. Daarvoor moeten we ons in een zware overall hijsen, die er voor zorgt dat je blijft drijven voor het geval je overboord zou vallen. Voorin zo’n solide rubberboot, zoals ik jaren terug zo vaak in een wat wankele pirogue in Gabon zat, want we zouden op een brede rivier in Afrika kunnen varen. De sneeuw op de bergtoppen, de koude wind, het ontbreken van palmbomen of dichte bebossing en de ene gletsjer na de andere houden me bij de les: dit is echt Patagonië. De stilte en de overweldigende aanwezigheid van de natuur, het volledig ontbreken van ander waterverkeer, laat staan menselijk, hebben me kort doen wegdromen en bijna op het verkeerde been gezet. Na ruim twee uur gaan we tegenover de Torres del Paine aan land voor een eenvoudige lunch, waarna we de laatste paar honder meter naar ons hotel lopen. Hoewel de gids ons verzekert dat als we dat zouden willen er een auto wordt besteld om ons de wandeling te besparen. Daar moet ik erg om lachen, waarop hij vertelt dat er echt mensen zijn die deze service eisen.

Een gebouw met gangen zo breed als lanen, enorme lege lobbies en ruime oververwarmde kamers zonder radio, televisie of internet. We zijn terecht gekomen in een hotel met grootheidswaanzin dat tegelijkertijd het allerwarmste ter wereld moet zijn, warmer zelfs dan hotels zonder airconditioning in tropisch Afrika. Geheel volgens de theorie van Charles Darwin, die samen met Captain Robert Fitzroy door deze streek reisde, merkte ik in de tropen dat mijn DNA langzaam maar zeker muteerde en mijn lichaam werd bijgesteld om de nieuwe leefomgeving beter te kunnen verdragen. Een binnentemperatuur die gevoelsmatig rond de 40 graden ligt, gaat echter te ver. Het liefst zou ik gelijk weer vertrekken, maar andere hotels zijn er niet. Koud bier helpt enigszins. De kamer biedt wel een fantastisch gezicht op de imposante en zeer herkenbare toppen van Torres del Paine, ’t is net of het brede raam een giga HDTVscherm is waarop slechts één enkel beeld kan worden ontvangen. We dineren met onze tafeldames van de Stella Australis, de eetzaal is bijna verlaten. Het hotel met zeker tweehonderd kamers heeft niet meer dan twintig gasten. Na het eten wordt op het enige televisietoestel van het hotel, dat in de bar hangt, gewaarschuwd voor een mogelijke tsunami. Na een aardschok is het zeewater zich noordelijker aan het terugtrekken. Valparaíso wordt genoemd, de stad die we over een dag of tien zullen bezoeken. Spannend.

wordt vervolgd