SALA 5 - 2 (09122010)

De museumdoolhof is een gebed zonder einde. Op zoek naar Sala 5 maken we al dolende kennis met de technische dienst, het organisatiebureau, de educatieve dienst en het secretariaat. Bezoekers komen we echter niet tegen, het museum is een paar dagen gesloten om in alle zalen ongestoord een nieuwe expositie te kunnen voorbereiden. Zo doen ze dat in het Museo Caraffa in Córdoba. In Sala 4 maken we kennis met de charmante “collega” Sol – kort voor Marisol - San Jorge, die assisteert bij het hangen van haar werk en als we echt niet meer verder kunnen, staan we zowaar in Sala 5. Een deel van het werk van de Oude Meester is nog ingepakt, hangt achteloos tegen de wand of ligt lusteloos op de vloer. Dat doet er verder niet toe, want de zaal die we zien is ideaal om zijn werk te hangen. Hoog en ruim, het kan niet beter, dit overtreft onze verwachtingen. De directeur had dus toch gelijk, dit is echt de enige zaal van het museum waarin het werk van de Oude Meester volledig tot zijn recht zal komen. Het is een zaal in de nieuwe vleugel, waarin tot een jaar of vijf geleden de provinciale opleiding voor sportleraren was gevestigd. Toen die verkaste naar een ander complex, bood dat een unieke mogelijkheid om de zo gewenste uitbreiding van het museum te realiseren. En zo kan het gebeuren dat de schilderijen van de Oude Meester voor het eerst van zijn leven in een basketbalzaal komen te hangen. Want dat was Sala 5 voorheen.

De technische dienst is druk bezig met het afronden van de naastgelegen zaaltjes 6 en 7, die qua afmetingen best eens de kleedkamers van de basketballers zouden kunnen zijn geweest. In Sala 7 nieuwe aanwinsten, in Sala 6 tekeningen van Guillermo Kuitca uit de collectie van Isaac Lisenberg met, voor mijn gevoel, een overdosis homo-erotische beelden. Ik denk Dalí-invloeden te zien, maar wie ben ik om het werk van deze vooraanstaande hedendaagse Argentijnse beeldend kunstenaar te duiden. Over een uur of zo zal met de preparatie van Sala 5 worden begonnen zo wordt ons verzekerd, we krijgen een gedwongen lunchpauze in de schoot geworpen. Hoe schijnbaar verloren uren toch hun waarde hebben, wordt in het centrum van Córdoba bewezen. De drukke weg die we moeten oversteken om het café aan de overkant te bereiken, heeft twee verrassingen in petto. De ene is luchthartig, het is er één voor hen die het werk van de Oude Meester kennen, werk dat veel zwart-gele waarschuwingsstrepen bevat. Warning signs. Tijdens zijn langdurige verblijf in Ierland kwam hij die op landweggetjes regelmatig tegen. Af en toe op de “vangrail” van rotsblokken, zoals te zien in “It’s a beautiful day today” het kleinste werk dat hier zal worden tentoongesteld. Wegwerkers zijn bezig gele waarschuwingstrepen op het wegdek te schilderen. We schieten tegelijk in de lach, “dat zou jij beter kunnen”, kan ik niet laten te zeggen. Een foto van zo’n onherkenbare wegmarkeerder zijn we van plan aan de vriendenkring te sturen met het bijschrift “Erik kan het niet laten”. Ondertussen sta ik met mijn rug naar een onooglijk beeldje met een hoog huisvlijtgehalte. Ik kijk, kijk nog eens en zelfs dan kan ik mijn ogen niet geloven, hoewel de tekst op de sokkel voor zichzelf spreekt: “Het is een groot wonder dat ik de hoop nooit heb opgegeven”, dagboek van Anne Frank, 15 juli 1944. Dit beeldje, gemaakt in opdracht van de Cordobese Joodse gemeenschap, werd op 12 juni 1995 onthuld, de geboortedag van Anne Frank. En dat allemaal op de Plaza de España, het drukste plein van de stad.

Het hangen gaat niet bepaald van een leien dakje. Het werk “1998”, een synopsis van wereldgebeurtenissen die in dat jaar grote indruk maakten op de Oude Meester, kan slechts met de grootste moeite worden opgehangen. Het meet 4x4 meter en is loodzwaar. Omdat het is samengesteld uit 64 paneeltjes van 50x50cm, kan het eventueel in delen worden gedaan. Niet dat dat wel meevalt, het neemt tot laat in de avond om de losse delen als een legpuzzel aan de muur te bevestigen en vooral om ze zodanig uit te lijnen dat de eenheid van het werk niet wordt verstoord. Op een bepaald moment staat er een menselijke piramide van 7 m/v op een hoge ladder om het doek te temmen, een mooiere manier om “teamwerk” uit te beelden, zag ik niet eerder. Daarna is de rest een makkie. Een paar spieramen van de “Treindeuren” zijn wat kromgetrokken, kleine oneffenheden die zijn op te lossen met door het doek met een extra haak in de muur “glad” te trekken. En dan blijkt tot overmaat van ramp de gecorrigeerde versie van de muurtekst te zijn kwijtgeraakt, waardoor een wat vertekend beeld over het werk van de artiest wordt gecreëerd. Zo op het laatste moment is er bar weinig animo om daar wat aan te doen, totdat men door heeft dat het met wat knip- en plakwerk is op te lossen. Twee uur voor de opening is de zaal klaar en ziet er perfect uit. Wat ons betreft zouden we naar huis kunnen gaan, maar er zijn nog wat verplichtingen. Filmopnamen, een interview, een buffet bij de directeur thuis. Hij woont op de 16e etage van een gebouw aan de overkant met een perfect uitzicht op zijn werkplek. Daar, tegen middernacht op zijn balkon, loop ik een kater op zonder al te veel te hebben gedronken. De mooie Sol, met wie ik dacht een leuke band te hebben opgebouwd, komt binnen, ze ziet er prachtig uit in haar korte feestjurkje. Ze geeft me een zoen en stelt me daarna glimlachend voor aan haar vaste vriendin. Twee dagen achter een lesbo aangezeten! Als “troostprijs” krijg ik een gesigneerde catalogus van haar werk, een wel heel erg schrale troost.