NIEUWE KAAPSE KRONIEKEN - 8 (21042009)

Zaterdag 4 april 2009. De wijngaarden van Schalkenbosch klimmen de berg op tot ze niet verder kunnen. De helling stijgt te scherp en er moet, zo vermoed ik, rekening worden gehouden met de waterhuishouding van een bedrijf waar irrigatie van levensbelang is. Het water daarvoor komt uit de dammen, dat zijn op het wijngoed aangelegde reservoirs die het water opvangen dat van de berghellingen naar beneden komt als het regent. Het wijngoed heeft 27 dammen en levert zelfs om niet water aan de gemeente Tulbagh. Nou ja om niet, in ruil voor de vergunning om een golfbaan aan te mogen leggen. Waar de wijnranken ophouden, staan zonnereflectors op hoge palen die vogels weg moeten houden en “monkey traps” die druiven stelende apen moeten afschrikken. Hoe dichterbij ik bij ze in de buurt kom, hoe harder de apen schreeuwen. Die gevangen apen moeten overigens weer worden vrijgelaten. Hoog op de helling zie je Tulbagh in de diepte liggen, een vreedzaam dorp dat veertig jaar geleden in het episch centrum lag van een stevige – 6.3 op de schaal van Richter - aardbeving. Het historische centrum werd zwaar beschadigd, zo ook Schalkenbosch, maar de schade werd onzichtbaar hersteld. Alleen op het oude kerkhof, zo meen ik me te herinneren, staan nog al wat scheve grafstenen.

“Wij gaan braaien, braai je met ons mee?” roept Grant als ik van mijn wandeling terugkom. Zijn vriendin Kim is gearriveerd en Nico en Sean. Nico heeft een antiekwinkel bij mij om de hoek, zijn vriendje Sean is een net in Kaapstad gearriveerde beginnende homo uit Mpumalanga – voorheen Oost-Transvaal - aan de andere kant van het land. Hij wordt door Nico met de geheimen van het vak vertrouwd gemaakt. Dat gaat in de “gay village” van de grote stad stukken gemakkelijker dan op het platteland van het conservatieve Transvaal. Eenvoudig eten en goed drinken en een weinig opwindende discussie over het gebruik van een kurk of een schroefdop op een wijnfles. De schroefdop komt er steeds meer in, maar wordt door velen neusophalend afgedaan als hét kenmerk van goedkope massageproduceerde wijnen. En niet van natuurlijke kurk gemaakte “kurken” dan? En passant legt Grant uit dat het bottelen op Schalkenbosch in een mobiele bottelfabriek gebeurt. Als de tijd daar is, wordt de loonbottelaar besteld die met zijn truck langskomt en de flessen vult en dichtschroeft. Veel goedkoper dan zelf een afvullijn opzetten die het grootste deel van het jaar niet wordt gebruikt. Zo wordt in deze voormalige domineeswoning het aangename alsnog zeer Calvinistisch met het nuttige verenigd en leer ik zowaar weer wat bij.

Goede Vrijdag, 10 april 2009. Ladismith, net iets te ver voor een gewoon weekeinde, leek me wel wat voor het lange Paasweekeinde. Natuurschoon te over, hoge bergtoppen, een paar oude zendingsposten vlakbij, centraal gelegen aan de Klein Karoo wijnroute. Wat wil een mens nog meer. ’t Is druk op de weg, iedereen heeft haast, behalve ik. Iedereen wordt doorgewuifd bij een grote politiecontrole even buiten Worcester, behalve ik. Agent van der Merwe vraagt naar mijn rijbewijs. Daarop staat nog altijd mijn huisadres van 10 jaar geleden in Rio de Janeiro, hetgeen me tot Braziliaan promoveert. Het maakt niet uit dat ik een slechte kopie bij me heb, geen internationaal rijbewijs heb en een kopie van een bladzijde van mijn paspoort. Ik ben te gast in het land! “Waar gaat u naar toe?” wil hij nog wel weten en wenst mij daarna een prettige dag en een goede reis toe! Vervolgens rijd ik bijna tweehonderd kilometer langs een een rozerood lint van een paar honderd meter hoog, dankzij de zon die op de bergrug van rode zandsteen schijnt. Het land wordt leger en droger en toch lukt het de mens steeds weer om er een of ander gewas te cultiveren. Dat zijn voornamelijk druiven, doch ook fruit. Vlak voor het wijndorp Robertson, een paar uur rijden van de kust, een afslag naar Goedereede waar het er net zo landelijk uitziet als in de gelijknamige gemeente op het eiland Goeree Overflakkee. In Robertson zijn alle bodega’s op deze Christelijke feestdag gesloten. Dat maakt het voor mij toch wel een stuk minder goede vrijdag dan de bedoeling was.

Na Ashton, bij de afslag naar de Kogmanskloof, het eerste bordje dat aankondigt dat ik de op de “Route 62” rijd. De “Garden Route”. Waaraan deze weg haar naam heeft te danken, is voor mij een groot raadsel. Zelfs nu ik de R62 voor de tweede keer en in de tegengestelde richting rijd. Buiten de tuinen van de huizen in de weinige dorpen, valt er geen tuin te bekennen. Langzaam maar zeker dringt het besef zich op dat mijn fantasie ernstig tekort schiet en het aflegt tegen de naamgever van de route. Ruige natuur in overvloed, dat wel. Vanaf de hoger gelegen punten is goed te zien hoe droog het is en hoe weinig water in de dammen resteert. Die smeken als het ware om stevige regenbuien, maar zullen die vallen? In delen van de Karoo zou het al zeven jaar niet geregend hebben. De radio zendt regelmatig een onheilspellend klinkende reclameboodschap uit. Daarin wordt aangekondigd dat het volgende wereldconflict niet over ideologische tegenstellingen zal gaan of over grondstoffen, maar over water. Ergo: wees er zuinig mee! De Karoo heet niet voor niets zo, het woord zou “dorst” betekenen in de taal van de Khoisan, de oorspronkelijke bewoners van deze semi-woestijn.

wordt vervolgd