TERUG VAN WEGGEWEEST - 11 (11032009)

Vanuit de lucht wordt het weerzien met Kaapstad bemoeilijkt door een rookgordijn dat wordt veroorzaakt door fynbosbranden in de omgeving van Paarl. Net Argentinië, vind ik, waar het schoon branden van landerijen af en toe hetzelfde effect heeft. Hoewel het dit jaar stukken minder is, is het toch iets dat beide oevers van de Atlantische Oceaan gemeen hebben. Als ik ‘s avonds de krant lees, komt die gedachte nogmaals op. Een bericht over de invoering van het verplicht dragen van een bromfietshelm in Lagos en het verzet daartegen van zowel bromfietstaxibestuurders – de “okadamen” – als hun passagiers. Okada was de naam van een luchtvaartmaatschappij die al lang ter ziele is, die haar passagiers – net als de bromfietstaxi – snel en goedkoop naar hun bestemming bracht. De argumenten gaan van de kosten van een tweede helm, het bederven van het kapsel van vrouwelijke passagiers tot de mogelijkheid dat er “juju” in de helm zou zitten waardoor de drager verdwijnt zodra het ding wordt opgezet. Zowel in Lagos als in Buenos Aires wordt bij overtreding de brommer in beslag genomen. In de laatste stad is de controle eerder dit jaar opeens stukken strenger geworden. Geen okadamannen aan de andere kant van het water, wel veel “motoqueros”, boodschappenjongens die brieven, pakjes en voedsel per bromfiets bestellen. De controles leverden mooie televisiebeelden op. Overtreders probeerden zich op iedere mogelijke manier onder een boete of beslag uit te lullen, maar met tv camera’s in de buurt, waren de controlerende ambtenaren uiteraard onverbiddelijk.

“Mag ik u wat vragen”. Hoor ik voor de derde keer binnen tien minuten. Zaterdagmiddag tegen een uur of vijf schiet me plotseling te binnen dat “Die Burger”, mijn favoriete zaterdagkrant, bij de supermarkt bovenaan de Kloof waar ik wel eens elektriciteit kocht, te koop is. Een half jaar geleden lag die krant nog in het rek bij drie of vier winkels in de City Bowl, mijn oude buurt in het centrum van Kaapstad, nu liggen daar uitsluitend Engelstalige kranten. In een laatste poging loop ik dus de Langstraat af en klim de Kloof op. Van een trouwe lezer wordt wat extra moeite verwacht. Niet dat het een kwaliteitskrant is, maar soms levert het ideeën op voor een weekeindtrip. Vandaag staat er in de bijlage een groot artikel over de verfilming van “Triomf” van Marlene van Niekerk, het boek dat de vorige maand toevallig vier weken lang door de Leesclub in de NRC werd besproken. Triomf is een wijk in Johannesburg waar van Niekerk een aantal jaren tussen destijds door de blanke maatschappij uitgekotste arme blanken woonde. Een jonge zwarte collega vertelde me dat hij niet eens wist dat er in Zuid-Afrika arme blanken woonden totdat hij er na de afschaffing van de apartheid mee werd geconfronteerd. Een blanke landgenoot was per definitie rijk. Na een leuke zwarte jongedame die in de seksuele dienstverlening zit, word ik door een licht onder de invloed van drugs verkerende blanke zwerver aangesproken. Hoewel ik niet reageer en hij in de tegenovergestelde richting loopt, keert hij om en begint een lang verhaal op te hangen. “Ik slaap al drie dagen in de open lucht” meldt hij. “En hoe bevalt dat?” informeer ik. “Kak man” is het antwoord. “Klote”. “Ik loop nu voor de derde keer deze straat op. Een aardige mevrouw heeft me 3 Rand gegeven, maar daar kan ik niets voor kopen. Het gaat me lukken om genoeg geld bij elkaar te krijgen, dat weet ik zeker. Ik heb namelijk aan de duivel beloofd hem te zullen dienen als het lukt. Als u me geld geeft, zal ik u ook dienen”. Als ik hem daarop streng aankijk, schrikt hij “dat had ik beter niet kunnen zeggen”, keert om en loopt weg. Een paar straten verderop loopt een kleurlingvrouw met een brood onder haar arm. “Ik heb al een brood, kunt u voor mij jam kopen of een pot pindakaas?” Ook haar stel ik teleur.

Veel winkels in de Langstraat zijn de afgelopen maanden gesloten, sommige zijn in andere handen overgegaan. De nieuwe eigenaren hebben de meeste gevels stukken fleuriger geverfd. “Mama Africa” een blijvertje, heeft haar buitengevel – voorgevel zou in deze een verkeerd beeld kunnen oproepen - opnieuw gedecoreerd. De donkere kleuren van vorig jaar zijn vervangen door lichte, de afbeeldingen zijn nieuw doch gewoon Afrikaans gebleven. De nieuwbouw aan de achterkant is echter wanstaltig. Minder dan een jaar geleden was ik er getuige van hoe de laagbouw aan de Loopstraat, die daar aan het eind van de 19e en het begin van de 20ste eeuw was gebouwd, werd gesloopt. Nu steekt de Victoriaanse oudbouw van de Langstraat kleurig en schril af tegen een grauw betonnen skelet waarin vast en zeker een hotel zal worden gevestigd of appartementen. Wat vanuit mijn hotelkamer schril tegen de horizon afsteekt is het Green Point stadion dat wordt gebouwd voor het wereldkampioenschap voetballen van 2010. Het is net een uit zijn krachten gegroeide badkuip die hoog boven de relatieve laagbouw van Greenpoint en Seapoint, de wijken die er omheen liggen, uitsteekt. Wat in het straatbeeld overheerst zijn de op hardboard geplakte verkiezingsaffiches, die keurig boven elkaar aan vrijwel iedere lantarenpaal zijn geknoopt. De slogans zijn in het Engels, Afrikaans en het Xhosa, de drie meest hier gesproken talen. “STEM EN WEN” – stem en win - beweert de DA, de Democratische Alliantie die wordt geleid door Helen Zille, de burgemeester van Kaapstad. “ONS STAAN OP VIR JOU REGTE” beweert het VF, het heel erg rechtse Vryheidsfront. De ANC heeft zowaar na jaren ontdekt dat “WORKING TOGETHER WE CAN DO MORE”. Wat me verrast, is een andere DA affiche “EEN NASIE, EEN TOEKOMS”. Sinds wanneer heeft een Nazi hier een toekomst, is mijn spontane, maar totaal verkeerde vertaling. Het moet natuurlijk ‘EEN NATIE, EEN TOEKOMST’ zijn. Opgelucht vind ik het gelijk weer “baie lekker” om terug van weggeweest te zijn aan de voet van de Tafelberg.