OVER BORGES, CORTAZAR EN SCHILDERENDE SCHRIJVERS (21092005)

De zaal die in het Culturele Centrum Borges aan de schrijver Jorge Luis Borges was gewijd, hangt tot mijn verbijstering opeens vol met glimmende foto’s van schaars geklede mooie meiden. “Chicas en Papel - Meiden op Papier” de foto’s van de goed ogende modellen zijn geschoten door de Argentijn Jorge Salto. Jarenlang hingen hier foto’s, brieven, boeken en andere memorabilia die de herinnering aan Borges (1899 - 1986) hooghielden. De zaal wordt behoorlijk ontheiligd door die meiden die bijna niets om het lijf hebben. Borges’ geboortehuis, in de Calle Tucumán, ligt 500 meter verderop, het appartement waar hij vrijwel tot aan zijn dood woonde, in de Calle Maipú, nog geen 400 meter de andere kant op. Om het hoofd boven water te houden, zijn alle toegangsprijzen van het Centrum flink omhoog gegaan, maar de tastbare herinnering aan Borges te verwijderen gaat toch wel wat ver. Als doekje voor het bloeden kunnen er nu de cursussen “Een reis naar de wereld van Borges” en “Borges, het heilige en het profane“ worden gevolgd. Het compenseert het verlies op geen enkele manier.

“Jammer dat Lex dit niet kan zien” gaat er door mij heen als ik de schilderijen in de volgende zaal bekijk. Lex is een bevriende kunstenaar die al zolang ik hem ken in Parijs woont. In een niet al te groot zolderappartement vlakbij de Pont Neuf dat veel te klein is om te schilderen of te etsen. Dat deed hij tot een paar jaar geleden in Rotterdam. Eerst boven een café aan de Vlietlaan in Kralingen, later in een kleine atelierwoning in Tuindorp Vreewijk. Om hem uit de brand te helpen, kocht ik ooit alle schilderijen die daar stonden toen die woning vanwege de aanstaande renovatie moest worden ontruimd. Op veel ervan staan mysterieuze boodschappen in niet te ontcijferen handschriften. Geheime codes die ik tot op de dag van vandaag niet heb kunnen kraken. Aan de andere kant van de wereld hangen jaren later in het Borges de “Escrituras - Handschriften” van de Argentijnse Paula Rivero (1973). Eindeloze kleurrijke verhalen die met acrylverf op het linnen zijn geschreven. Van bloedheet rood tot ijskoud blauw. De titels zijn intrigerend “El placer de olvidar - het plezier van het vergeten” donkerder blauw met wat zilvergrijs, “Sin ti nada soy - zonder jou ben ik niets” blauw met grasgroene en grijstinten en ”Delirio etéreo - vluchtig deliruim” prachtig koningsblauw en de lappendeken van kleuren “Donde el diabolo perdio el pocho - Waar de duivel zijn poncho verloor.” Als we naar het met vlammend rood geschilderde “Suspiro de pasión - hartstochtelijke zucht” staan te kijken, fluistert de dame die me gezelschap houdt “Rood is de kleur van de hartstocht.” Heel toevallig heeft zij haar haren in dezelfde mooie donkerrode kleur geverfd als die langs de randen van het schilderij. Op sommige doeken staan zo te zien echte woorden die na lang kijken en puzzelen toch geen verband met elkaar blijken te hebben. Verboden toegang voor iedereen, behalve voor de kunstenares. Hoewel ik er erg mijn best voor heb gedaan, vind ik de boeken van Borges echt niet om door te komen. Hoewel de schilderijen van Paula Riverio dus net zo onleesbaar zijn als de boeken van Borges, bieden ze de kijker tenminste kleurrijke composities en fraaie kalligrafie om van te genieten.

Een expositie in een van de bovenzalen is opgedragen aan Julio Cortázar (1914 - 1986), een andere legendarische Argentijnse schrijver. Aardige parallel met Borges is dat de ouders van beide schrijvers zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in Génčve vestigden. Zo ging dat destijds met Argentijnse families die beter af waren. Drie beeldende kunstenaars hebben portretten en karikaturen gemaakt die Cortázar, zijn leven en zijn werk als onderwerp hebben. De tijd, zijn wilde baard en Parijs lopen als een rode draad door die werken heen. Hij woonde in Parijs, werd Frans staatsburger en is daar in Montparnasse begraven. Tijdens de pauze van een concert in een theater aan de Champs d’ Elysée kreeg Cortázar visioenen over “cronopios.” Dat dit door hemzelf bedachte woord - het staat zelf niet in het officiële Spaanse woordenboek - geen enkele betekenis zou hebben, wordt door vrijwel niemand geloofd. Het heeft immers met “cronos - tijd” te maken? Een flink aantal schilderijen en aquarellen tonen Cortázr omringd door horloges, wijzerplaten, een grote zandloper, een zonnewijzer. Op andere staat hij met een plattegrond van Parijs of naast een waslijn waaraan plattegronden van de Metro hangen te drogen. De tijd komt nog eens voorbij in een citaat uit de inleiding tot de instructies voor het opwinden van een horloge “als men je een horloge cadeau doet, dan geeft men je een speciale hel, een ketting van rozen, een kopstoot van lucht.” Cortázar moet tijd tekort zijn gekomen, zeker nadat vijf jaar voor zijn dood bleek dat hij aan leukemie leed.

In het “Berni paviljoen” vertonen Chileense kunstenaars hun kunsten onder de titel “Fantasmatic.” Het zijn echter niet de hoogst experimentele kunstwerken die er voor zorgen dat ik daar wat langer rondhang. Een stuk of tien met fleurige motieven versierde laskappen, een fiets die omgekeerd op een houten statief is gemonteerd en nu “Satelliet” heet, de grote van krantenpapier gevlochten X boeien niet echt. Wat me in die zaal houdt, is de muziek van de Beatles die uit de bioscoop ernaast komt. “Love me do”, ”She loves you”, “Can’t buy me love” passen echter beter bij de laatste zaal waar het “Over de liefde (in de hedendaagse kunst)” gaat. Een wandtekening van een mes door Ana Gallardeo met de tekst “Mijn vader zei dat mijn moeder niet wilde dat hij haar aanraakte, zij slaapt nu met een mes onder haar hoofdkussen.” Guillermo Uiso (39) beschrijft op een schilderij de eerste maand van zijn verkering met Laura (21), waar ze wat hebben gegeten, op welke dagen ze de liefde bedreven, cadeautjes die ze elkaar gaven, de lieve woordjes die ze elkaar toefluisterden. Ik verdenk de Argentijnse schilders ervan dat ze liever schrijvers zouden willen zijn. Zoals Borges en Cortázar.