EVITA ALS SPROOKJESFEE (30122004)

“Er was eens een land waar alle kinderen heel erg gelukkig waren. Ze werden dan ook beschermd door een Goede Fee en een Goedaardige Koning. In datzelfde land kwam bijna iedere droom uit. Het leek er haast wel op of alles dat onmogelijk leek, toch mogelijk bleek. Op een kwade dag verdween de Goede Fee voor altijd en liet een enorme leegte achter. Niet lang daarna werd de Koning uit zijn paleis gegooid door hen die de mooie droom van die anderen een verschrikkelijke nachtmerrie hadden gevonden.” Het land in dit sprookje is Argentinië, die Goede Fee is Evita Perón, de Koning is President Juan Domingo Perón, degenen die de Koning (in 1955) uit zijn paleis gooiden, is het Argentijnse leger. De schrijver van het sprookje is de beeldend kunstenaar Daniel Santoro.

Prins Bernhard ontmoette Evita in 1951. In zijn postume interviews met de Volkskrant omschrijft hij haar als volgt “Ik heb niets gehad met Evita. Ik vond haar geen charmante vrouw, helemaal niet. Ze was ambitieus, wilskrachtig, allesbehalve vrouwelijk.” Thuis heb ik beelden van een paar seconden van die ontmoeting, daarop zijn de geposeerd geïnteresseerde Prins en een zeer geïnteresseerde Evita op werkbezoek in een ziekenhuis. Het Grootkruis in de Orde van Oranje Nassau, dat Evita door de Prins werd opgespeld, staat prominent vermeld in een van de uitgaven van het Evita Museum. Diezelfde koele Evita wordt door Daniel Santoro in woord en in beeld verafgood. Hij werd dan ook in 1954 geboren, een jaar na de dood van zijn idool en heeft alles dus van horen zeggen.

Sinds een paar jaar tekent en schildert Santoro bijna ieder jaar een nieuw Peronistisch sprookje, waarin Evita en haar goede werken centraal staan. In 2001 kwam ik net te laat voor de “Un Mundo Peronista.” Een jaar later genoot ik op de kunstbeurs arteBA2002 van “Evita, het verre vaderland van het geluk.” Het ideale wereldbeeld van het Peronisme gezien door de ogen van de kunstenaar leek niet erg op de werkelijkheid om me heen, maar boeiend was het wel. Weer een jaar later verscheen het boek “ Manual del Niño Peronista - Handboek voor het Peronistische Kind” waarin de geschiedenis van het Eerste Peronistische Tijdperk (1945 - 1955) wordt verbeeld door tientallen pentekeningen, schilderijen, keramiek en installaties. Deze maand presenteerde Santoro “La mamá de Juanito Laguna y una Leyenda del Bosque Peronismo - De moeder van Juanito Laguna en een Fabel over het Peronistische Bos.” Opnieuw een fascinerend mengsel van fictie en werkelijkheid.

Het schijnt waar te zijn dat de ongeveer 5 jarige Juanito Lugano rond 1960 op een vuilnisbelt ergens in de omgeving van Buenos Aires werd aangetroffen. Een wat oudere vondeling? Door iedereen in de steek gelaten of van huis weggelopen? Het zou bovendien een vuilnisbelt zijn waar, nadat Perón in 1955 door het leger was afgezet, heel wat partijgangers zouden zijn gefusilleerd. Nieuw leven op de puinhopen van het oude regime, mooier bestaat toch niet? Net een echt sprookje. Als Evita nog zou hebben geleefd, hoe zou Juanito dan zijn groot gebracht in de wondere peronistische wereld van instant geluk, daar gaan de schilderijen en tekeningen over. Juanito zou vrijwel zeker terecht zijn gekomen in de “Ciudad de los Niños - Kinderstad” een door de Eva Perón Stichting gefinancierde instelling waar weeskinderen een fantastisch plaatsvervangend tehuis werd gegeven. Waarschijnlijk een veel beter thuis dan ze anders zouden hebben gehad.

Kinderstad bestond echt, in La Plata, de hoofdstad van de provincie Buenos Aires. Kinderstad was volledig afgeschermd van de sores van de boze buitenwereld en functioneerde net als iedere andere stad. Winkels, een bank, speelgoed auto’s die op benzine reden, een benzinestation dus ook, eetzalen, scholen, alles was er. Evita staat op de schilderijen afgebeeld met een stralenkrans om haar hoofd of met een stralenkrans om haar hele lichaam, de kinderen aanbidden haar. Alternatieve Mariaverering? Er is een fontein van Evita als sfinx. Uit haar borsten spuit moedermelk in een bassin waaruit de kinderen drinken “de enigen bevoorrechten zijn de kinderen” staat er op de wand. “Peronistische kinderen strijden tegen het Kapitaal” is de titel van een pentekening waarop door het bos van de stad zwervende kinderen een om een boom gerolde slag met een menselijk gezicht en een “stars and stripes” hoed op het hoofd tegenkomen. De boodschap is de duidelijk, de Amerikanen dreigen de peronistische droom te verstoren en zo de kinderen uit het peronistische paradijs te verdrijven.

“Kijk” doceert Santoro als ik hem bij toeval tref in de galerie waar zijn werk wordt geëxposeerd “het Peronisme beloofde geluk en voorspoed. Niet in de verre toekomst, maar onmiddellijk of over een paar jaar. Religies en politieke stromingen zeggen altijd dat als jullie maar hard werken en offers brengen, toekomstige generaties daar de vruchten van zullen plukken. Daarentegen zei het peronisme dat haast iedereen er nog tijdens zijn leven zelf zou kunnen genieten. Dat enthousiasmeerde de mensen en daarom stemmen nog steeds zo velen op de Peronistische partij!” Daarna begint hij aan een gecompliceerde uitleg van zijn werk, onzichtbare patronen van pentagonaals, driehoeken, rechte lijnen en wat dies meer zij, worden er uit de kast gehaald. Ik zie gewoon een goede compositie met veel symboliek, bombastische socialistische - peronistische realistische architectuur en Evita die alls een goede fee voor iedereen zorgt. Voordat we afscheid nemen, moet ik het vragen “Bent u peronist?” Het openhartige antwoord “geweest!” valt me erg tegen omdat ik op een spontaan “ja” had gerekend. Hoe kan een sprookje nu goed aflopen als zelfs de verteller er niet langer in geloofd?